Met betrekking tot het ‘doorstromen’ van oudere mensen uit hun te groot geworden eengezinshuis naar een kleinere woning wordt regelmatig gesignaleerd dat dit stagneert en onder meer oorzaak is van het grote woningentekort voor starters en alleenstaanden.
De reden voor die stagnatie is dat er voor senioren nauwelijks goede alternatieven beschikbaar zijn op de huur- of koopmarkt. Bovendien is het voor betrokkenen moeilijk de vertrouwde woning te verlaten waar zij vaak al decennia hebben gewoond in een evenzeer vertrouwde buurt. Daarom blijven zij maar wonen in een te groot huis met misschien ook een te grote tuin, waarvan het onderhoud steeds moeilijker wordt.
Senioren zouden dan wellicht graag hun bestaande woning willen aanpassen aan ‘de oude dag’. Mogelijkheden daartoe zijn A) het installeren van een traplift, en het uitbreiden van de begane grond met een slaapkamer en een badkamer. In beide gevallen blijven zij zitten met een overmaat aan ruimte, zowel binnen als buiten (waarvan anderen graag gebruik zouden willen maken). Een traplift (A) wordt vaak als oplossing aangeprezen, maar is eigenlijk toch niet echt gemakkelijk in het dagelijks gebruik (een noodoplossing). Een uitbreiding voor gelijkvloers wonen (B) is dan veel aantrekkelijker, maar moet wel mogelijk zijn, zowel qua bestemmingsplan als ook financieel.
Doorgaans beperkt de uitbouwmogelijkheid voor eengezinshuizen zich tot 3 meter achter het huis, maar dat is dan te weinig. Nodig is een strook van 4 meter breed en 7 meter lang loodrecht op de achter- of voorgevel (afhankelijk van rooilijnen en de afmetingen van voor-, zij- en achtertuinen) plus de reeds mogelijke (maximale) 3 meter achter (het resterende deel van) voor- en/of achtergevel. In bestemmingsplannen zou een zodanige ruimte aangegeven moeten worden. De tuin wordt dan wel kleiner, maar misschien is er dan ook minder behoefte aan veel buitenruimte en kan de tuin (deels) aangepast worden tot bijvoorbeeld een (glas-overdekte?) patio-achtige ruimte.
Wanneer zo’n aanbouw wordt gerealiseerd kan het zijn dat de ouder geworden bewoner(s) de bovenverdieping niet meer nodig hebben. Zij kunnen de kosten van de aanbouw dan compenseren door die verdieping (met mogelijk een zolder) te verhuren aan starters of een alleenstaande die een (tijdelijke) huisvesting zoekt. Voorwaarde is dan dat op de verdieping in een kamer naast de badkamer een keukenblokje wordt geplaatst met aansluitingen voor elektra, waterleiding en een afvoer. En een wc in de badkamer als er daar misschien geen aanwezig is. Bovendien moet de trap zodanig in de woning zijn gesitueerd dat deze bij de voordeur gemakkelijk afgescheiden kan worden voor privé gebruik door de bovenbewoner(s). Is dat niet mogelijk, dan zal per situatie een creatieve oplossing moeten worden bedacht, met eventueel een toe te voegen buitentrap.
Juist bestaande huizen zouden via een aanpassing van bestemmingsplannen de mogelijkheid kunnen krijgen dit soort uitbreidingen te realiseren. Een gewenste, maar te trage doorstroming uit grotere naar kleinere woningen wordt dan niet meer zo nodig in het volkshuisvestingsgebeuren, want er ontstaat extra woonruimte in de vrijkomende verdiepingsruimten van de aangepaste eengezinswoningen.