Ik zie dat mede door de (uitstekende!) artikelen van Daphne van Paassen en het artikel in Eigen huis magazine van februari de belangstelling voor 'waterzijdig inregelen' (wzir) flink toeneemt.
Ik zou dat enthousiasme toch willen temperen met een aantal punten vanuit een technisch perspectief:
- De situatie is niet statisch.
Als na veel geregel met alle radiatoren open eindelijk een evenwicht is bereikt, dan geldt dat alleen voor die situatie; d.w.z. alles open en bij dat toerental van de circulatiepomp.
In de praktijk stook je niet vaak in alle kamers (hoop ik). En/of je hebt thermostaatkranen, die voortdurend meer en minder open gaan. Weg evenwicht! - De totale verwarmingscapaciteit vermindert (vaak).
Doorgaans worden voetventielen en radiatorkranen met regelbare klephoogte geleverd in de stand ‘vol open’. De installateur monteert ze en laat de installatie zo achter (meestal). Bij wzir ga je een aantal radiatoren afknijpen. Daardoor wordt de capaciteit daarvan minder. Geen probleem als ze overbemeten zijn, maar anders moet de keteltemperatuur omhoog (!) om toch voldoende warmte te kunnen afleveren. - De besparing?
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat je zuiniger stookt door alleen de warmteafgifte in een ruimte iets te verschuiven van de ene naar de andere radiator. Tot maar liefst 20 %? Zeer onwaarschijnlijk. Te controleren valt het voor een particulier al helemaal nauwelijks.
Een besparing kan bereikt worden door verlaging van de keteltemperatuur, mits de radiatoren voldoende overbemeten zijn voor deze vorm van ‘lagere temperatuurverwarming’. Maar dat staat geheel los van dat wzir gedoe!
Stel je ook niet te veel voor van verlaging van de watertemperatuur op de ketel. Een moderne kamerthermostaat / gasketel ‘moduleert’, dwz werkt uit zichzelf al met een lage watertemperatuur en verhoogt die bij aanhoudende warmtevraag. Het voor de hand liggende is vaak al lang verzonnen …
Kortom, @ Daphne van Paassen en
En dat geldt natuurlijk ook voor de lezers.