Skip to main content

 Wanneer je een offerte opvraagt voor zonnepanelen werd ook door mijn installateur naar het eigen kWh-verbruik gevraagd. Uit dat verbruik wordt dan het benodigde aantal panelen berekend voor de kortst mogelijke terugverdientijd. Maar is de keuze van het (beperkt) aantal panelen (dus voor alleen het eigen verbruik) voor de kortst mogelijke terugverdientijd wel (bedrijfs)economisch de beste keuze? Zo had ik principiëel mijn (bescheiden) dak in 2017 vol laten leggen met panelen. Derhalve 9 i.p.v. 5 panelen. Dat ondanks de toen verwachte veel langere terugverdientijd van 11 jaar i.p.v. 7 jaar.  Ik had er geen bedrijfseconomische berekening op los gelaten maar vond het alleen maar jammer dat ik met slechts 5 panelen per paneel veel duurder uit was dan in het geval van 9 panelen. Derhalve had ik me voorgenomen om mijn (nuttig) elektriciteitsverbruik te verhogen. Maar nu ik dan toch ga rekenen meen ik aan te kunnen tonen dat men toch vooral niet moet kiezen voor de, nu nog vaak aanbevolen, kortste terugverdientijd.

 

 Dus voordat je de beslissing maakt om het aantal panelen te bepalen aan de hand van je eigen verbruik ga dan eerst na hoe je je eigen verbruik op korte of op lange termijn, uiteraard nuttig, kan verhogen. Denk dan aan een omkeerbare airco en of infraroodpanelen voor (bij)verwarming, een elektrische boiler, koken op inductie of een elektrische fiets, of auto.

 Kijk ook naar begin- en einddatum van de afrekening van uw energiecontract. Bevindt de datum van afrekening aan het eind van de zomer terwijl u toevallig in het voorjaar de panelen kan laten leggen dan kan het eer.ste jaarlijkse overschot worden nog worden gesaldeerd met de periode dat u uw panelen nog niet had. Een eenmalige meevaller van misschien wel € 100,-.

 

 Terug naar de beloofde bedrijfseconomische berekening.  Als men bijvoorbeeld in plaats van 10 panelen 20 panelen laat installeren heeft men al gauw 2 panelen voor niets. Dat heeft te maken met een efficiënter gebruik aan mankracht en materieel. Maar voor een eventueel kWh-overschot geldt echter een vergoeding die meestal veel lager is (afhankelijk van je energiecontract) dan de kWh's die je met je eigen verbruik worden weggestreept. Derhalve geldt standaard het advies om niet meer panelen te nemen dan het aantal dat je eigen verbruik dekt. Resulterend in de kortste terugverdientijd. Toch zal men echter moeten verder rekenen dan alleen die kortst mogelijke terugverdientijd! Want feit is dat je na die berekende kortste terugverdientijd uiteraard een lagere financiële opbrengst hebt dan wanneer je gekozen zou hebben voor meer panelen. Maar kan ik die aanname ook hard maken in een kosten-baten berekening?

 

 Als afschrijving hou ik 20 jaar aan. Stel dat je bij 10 panelen € 5000,- en bij 20 panelen € 9000,-kwijt bent. De jaarlijkse kWh-opbrengst per paneel is 300 kWh en het eigen  verbruik 3000 kWh.  kWh-prijs eigen verbruik is € 0,30 en voor een overschot geldt als prijs € 0,10.

 

 10   panelen       (€ 5000,-)                                                                           20   panelen  ( €9000,-)

Jaaropbrengst 3000 kWh à € 0,30 = € 900,-             €900,- + 3000 kWh à € 0,10 = € 300,-) =                                                                                                                                                                  € 1200,-

Terugverdientijd  € 5000 / €900 = 5,55 jaar                Terugverdientijd € 9000 / € 1200 = 7,5 jaar.

 

maar:                                                                                                           maar: 

 

Afschrijving € 250,- / jr                                                                    Afschrijving € 450,- / jr 

 

Winst/jr (900-250) = € 650,-                                                          Winst/jr  (1200 - 450) = € 750,- 

Verschil:                                                                                             + € 100,- per jaar.

 Het is de winst per jaar die telt. En dus niet de kortste terugverdientijd !  

Geen reactie

Reageer