Skip to main content

Beste woningbezitter,


Graag nodig ik u uit om kennis te nemen van enkele alternatieve manieren van prijsbepaling.
Alternatieve die ter inspiratie kunnen dienen om woningbezit betaalbaarder te gaan maken.


Alternatief 1 – aankoopbedrag min percentage waardevermindering

Door veroudering van materialen en het gebruik, is een woning net als veel andere producten, onderhevig aan slijtage. Daarnaast kunnen door nieuwe inzichten in gezondheid en veiligheid, oude materialen of installaties onveilig en gedateerd blijken. Denk aan oude verflagen met lood, asbest, waterleidingen uit lood, ongeaarde stopcontacten. Een manier om met deze factoren rekening te houden in de verkoopprijs, kan bijvoorbeeld met een berekening waardevermindering.
 

Bouwjaar : 2005
Oorspronkelijke aankoopbedrag : € 250.000
Percentage waardevermindering per jaar : 1 %
Verkoopprijs in 2006 : 247.500.

 

Bouwjaar : 2005
Oorspronkelijke aankoopbedrag : € 250.000
Percentage waardevermindering per jaar : 1 %
Verkoopprijs in 2015 : € 225.000


Wanneer een woning gemoderniseerd wordt, mag de verkoopprijs stijgen met het bedrag van de modernisering.
 

Bouwjaar : 2005
Oorspronkelijke aankoopbedrag : € 250.000
Percentage waardevermindering per jaar : 1 %
Verkoopprijs in 2015 : € 225.000

Jaartal modernisering : 2015
Bedrag modernisering : € 20.000
Verkoopprijs in 2015 : 245.000



Alternatief 2 – verkoop voor het aankoopbedrag
 

Hierbij wordt de woning enkel doorverkocht voor het aankoopbedrag.
Er wordt geen winst gemaakt, de prijs blijft altijd gelijk.
Voorbeeld:
U kocht in 1999 een nieuwe woning voor 250.000 gulden.
U wilt de woning in 2021 gaan verkopen.
De 250.000 gulden van toen staat ongeveer gelijk aan € 167.500 nu. ( Bron CBS )
Verkoopprijs wordt € 167.500
De prijs die u heeft betaald blijft de verkoopprijs.

De prijs wordt bepaald door de woningmarkt (vraag en aanbod) en niet door een rekenmodel.

Daarnaast heb je nog te maken met o.a. inflatie en stijgende grondprijzen.


Ik begrijp je gedachte hierachter, de woningprijzen stijgen naar grote hoogten en daardoor worden de woningen voor veel mensen onbereikbaar. Dat is een groot probleem.

Maar wat jij voorstelt komt me over als een communistisch plan. Dat kan niet in ons land. En niemand gaat er vrijwillig voor kiezen zijn huis voor een te lage prijs te verkopen. Volgens mij mag dat ook niet want dan wordt het als een schenking gezien en schenken mag niet onbegrensd. Bovendien lost het de huidige krapte op de woningmarkt niet op. Die los je alleen op door het woningaanbod te vergroten. Bouwen dus, leegstaande kantoren ombouwen naar appartementen etc.

Overigens zou volgens jouw eerste bericht mijn huis nu voor een habbekrats van de hand moeten. Het is 58 jaar geleden gebouwd voor vermoedelijk 30.000 gulden. Dan zou het nu voor 12600 gulden, dus een eurootje of 6000 verkocht moeten worden. De waarde wordt echter geraamd op ruim 700.000. Voor 6000 koop je een leuke kleine 2e hands caravan, geen lap grond met een up-to-date huis er op.

 


Suggereer je nu dat als ik mijn huis wil verkopen, ik dit (geheel vrijwillig) voor minder dan 2% van de marktwaarde moet doen? :grinning:

Ik ben bang dat er dan een oploop voor mijn huis ontstaat, ter grootte van een paar miljoen mensen. Als ze niet met elkaar gaan knokken, gaan ze dan toch wel weer tegen elkaar opbieden.


Bedankt voor uw reactie.
Ik ben de mening toegedaan dat een ongelimiteerde prijsbepaling, enkel mogelijk omdat de vraag nu eenmaal hoog is, niet moreel is. Dat je bedrag x kunt vragen voor een product, wat het product ook is, betekend nog niet dat je het zou moeten doen. Deze enkel op winstgerichte manier van prijsbepaling is de veroorzaker van de hoge huizenprijzen, welke ver af staan van de daadwerkelijke waarde. Een rekenmodel met waardevermindering gebruiken of de woning zonder winst doorverkopen, zijn in mij ogen eerlijkere alternatieven.
Ook voor grondprijzen zou je het winstdenken achterwege kunnen laten. 
 


Zoals @BertenErnie al schreef worden huizenprijzen bepaald door vraag en aanbod. En deze zijn dan weer afhankelijk van o.a. :

  1. De hoeveelheid geld dat huizenkopers tot hun beschikking hebben. Dat is o.a. afhankelijk van hoeveel zij verdienen (de economie). De rentestand. Is de rente laag dan kan er meer geleend worden wat weer de huizenprijzen opdrijft. Datzelfde geldt voor de aftrekbaarheid van de hypotheekrente.
  2. De hoeveelheid huizen die worden bijgebouwd. 

Bedankt voor de aanvulling.
Wat vinden jullie van een alternatieve prijsbepaling ? Dus zelf bewust ervoor kiezen om de verkoopprijs gelijk te houden of een percentage waardevermindering berekenen ? 


Bedankt voor de reactie.
De berekening met waardevermindering houdt ook rekening met modernisering.
Wat er als onderstaand uit zou kunnen zien.
Voor niet eerste eigenaren van een woning zou alternatief 2, verkoop voor het aankoopbedrag, beter geschikt zijn. Er zou ook voor gekozen kunnen worden om de waardevermindering vanaf het moment van aankoop in te laten gaan.
Stel u kocht de woning van 1963 in 2010, dan  zou u de waardevermindering vanaf 2010 in kunnen laten gaan.
Er zou ook nog met een ander percentage of ander soort berekening gerekend kunnen worden.
Overigens pleit ik er niet voor dat dergelijke alternatieven zullen worden opgelegd, maar vanuit eigen beweging, als eerlijkere prijsbepaling, zullen worden opgezet.
De samenhangende positieve maatschappelijke gevolgen, zijn daarnaast ook interessant om te bekijken. 
 

Bouwjaar: 1963
Nieuwprijs: 30.000 gulden

Percentage waardevermindering per jaar : 1 %
Jaartal modernisering : 1983
Bedrag modernisering : 5000 gulden
Normale verkoopprijs in 1983 met waardevermindering : 24000 gulden
Nieuwe verkoopprijs in 1983 door modernisering : 29000 gulden
Jaartal modernisering 2003
Bedrag modernisering € 5.000
Normale verkoopprijs in 2003 met waardevermindering : € 10.545
Nieuwe verkoopprijs in 2003 door modernisering : € 15.545
Normale verkoopprijs in 2021 : € 12.746,9

 

 

 


Dit is afhankelijk van of u de eerste eigenaar bent. ( Zie inhoud eerdere bericht )
Heeft u het huis na 1963 overgekocht, dan heeft u waarschijnlijk veel meer betaald dan de oorspronkelijke nieuwprijs van 30.000 gulden, die de eerste eigenaar heeft betaald.
De berekening met waardevermindering en modernisering, als uit het voorbeeld, valt dan ongunstig uit.

Een prijsbepaling voor woningen, enkel gebaseerd op de marktwaarde, komt er een beetje op neer om bij drinkwaternood de allerlaatste flessen water die verkrijgbaar zijn, te verkopen aan de hoogste bieder. Men moet immers drinken, dus zal men tegen elkaar gaan opbieden.
Zo is het met wonen ook, men moet immers ergens wonen.

Ik ben de mening toegedaan dat een ongelimiteerde prijsbepaling, enkel mogelijk omdat de vraag nu eenmaal hoog is, niet moreel is. Dat je bedrag x kunt vragen voor een product, wat het product eigenlijk ook is, betekend nog niet dat je het zou moeten doen.

Dalende huizenprijzen kunnen daarnaast op andere manieren gunstig zijn.
Men krijgt minder voor de eigen woning, maar kan ook weer een andere woning terug kopen voor een lager bedrag. Minder hypotheekkosten, minder financiële stress, meer tijd voor belangrijkere dingen dan 30 jaar werken voor een hypotheek met huis.

 


Reageer